Als ik met een robot moet vergaderen, houdt het voor mij op
Om mij heen zie ik ondernemers volop digitaliseren en ook INTO business doet aan die ratrace mee. Van cybersecurity tot VR en van BI tot robotica, het zijn investeringen die ons zogenaamd toekomstproof moeten maken. De moderne technologie is ronduit revolutionair, maar ik zie ondertussen ook een groot gevaar opdoemen: dat we het gevoel uit het ondernemen slopen.
Heus, ik vind het fantastisch dat AI ons helpt met de notulen en de actiepunten, maar als ik straks met een robot aan tafel moet vergaderen, houdt het voor mij op. Mijn grote angst is dat we straks technisch optimaal met elkaar verbonden zijn, maar emotioneel failliet zijn. Voor mij staat als een paal boven water dat wij mensen centraal moeten staan. Die positie wordt bedreigd door robots die inmiddels ongekende prestaties kunnen leveren. Echter, wat zij niet kunnen, is empathisch vermogen aan de dag leggen. En uiteindelijk zit in dat vermogen voor negen van de tien ondernemers het succes.
Balans bewaken
Wij digitaliseren bij INTO business vrolijk mee. Daardoor hoeven we minder handelingen te verrichten dan voorheen, is de foutmarge lager en het resultaat zeker niet minder. Zo zetten wij in op efficiëntie en bereikbaarheid. Ondertussen proberen we waakzaam te zijn en enige balans te vinden tussen enerzijds softwarecommunicatie en anderzijds menselijke aandacht. Maar daar zijn we, zo zeg ik eerlijk, nog niet zo goed in.
Want ook bij ons ligt de smartphone standaard op tafel tijdens vergaderingen, lunchen we met dat ding naast de hagelslag en lopen we daarna de trap op richting ons bureau terwijl we nog even snel reageren op een app of socialmediapost.
Ik begrijp het, doe er zelf aan mee. De telefoon is ons alles en biedt ons steeds meer opties waar we dankbaar gebruik van maken. Maar bedenk, wie de telefoon op tafel legt tijdens een gesprek zegt goedbeschouwd: “Ik heb slechts beperkte aandacht voor jou.” Dat we dit toch massaal doen, is voor mij een bevestiging van het feit dat dit apparaat ons keihard gijzelt.
Shot dopamine
We connecten op LinkedIn met Jan en alleman, waarna we die namen binnen een dag weer vergeten zijn. We sturen berichtjes met een emoji en denken dan alles gemeld te hebben wat we moesten melden. We zijn verslaafd aan pop-ups. Elke ping is een shot dopamine. Een klant heeft je bericht gelezen? Heerlijk. Twee duimpjes onder je post? Geweldig.
We vullen elk rustig moment met het lawaai van scrollen. In de wachtkamer, wachtend tot de tandarts ons komt halen. Als we natafelen en daardoor geen oor hebben voor de belevenissen van onze tafelgenoten. Op het toilet. Zijn we die stiltes dan zo ongemakkelijk gaan vinden? Klaarblijkelijk.
We lijken, nee, zíjn slaven geworden van de grote techbedrijven. Wie daaraan schuldig is? Wijzelf, want we hebben vrijwillig bij het kruisje getekend. We verkochten onze ziel aan de duivel, maar kunnen daardoor nu wel op zondagavond, met het bord op schoot, op de bank die offerte maken én versturen. En in bed, als we voor het geluid van de wekker wakker zijn geworden, vullen we de minuten voor het opstaan nog even snel met een paar boekhoudkundige handelingen.
Maar echt contact? Dat vinden we tegenwoordig maar een tijdrovende bezigheid en ook steeds ingewikkelder worden. Dus vraag ik mij af: zijn we in onze jacht naar een beter bereik, optimale vinden zichtbaarheid en meer snelheid niet compleet doorgeslagen?
Jongste generatie
Ik bemerk tegenstrijdigheden. We klagen over werkdruk, maar reageren binnen een minuut op elke app. We klagen over het gebrek aan verbinding, maar organiseren wéér een Teams-overleg. Alles digitaal. Zogenaamd efficiënt. Maar het voelt leeg. Het ontmenselijkt. Dat is wat digitale ruis met ons doet. Het gevolg is dat ik collega’s zie die zichzelf opbranden, ondernemers spreek die nooit ‘uit’ staan en een jonge generatie ontmoet die bang is om een verbaal gesprek te voeren.
Ja, deze oude man maakt zich ernstig zorgen om de jongste generatie ondernemers/medewerkers. Ze zijn slim, rap en hebben een digitaal zintuig. Maar dat gaat ten koste van een ander zintuig, waardoor ze in paniek raken als ze de telefoon moeten opnemen, laat staan als ze een klant fysiek moeten ontvangen. Dat is geen verwijt, dat is een alarmsignaal.
Die blik die zoveel zegt
INTO business is gebouwd op relaties: handen schudden, koffie drinken, het interpreteren van intonaties, het proeven van al dan niet oprechte intenties, het zien van die blik die zoveel zegt, horen wat er tussen de regels door wordt gezegd.
Slaan we in onze jacht naar efficiency niet volledig door?
In de basis begint het zakendoen op deze wijze voor elke ondernemer, want zonder uitzondering is onze business meer dan vraag en aanbod.
Bovendien, reputaties zijn natuurlijk belangrijk en dus kunnen reviews mij helpen, maar uiteindelijk wil ik in hoogst eigen persoon ervaren wie mijn klant of leverancier gaat worden. Ik wil weten wat voor vlees ik in de kuip heb en dat weet ik alleen als ik die persoon in de ogen kan aankijken. In dezelfde ruimte. Het liefst aan tafel.
Mooi en kil tegelijk
Balans. Ik ben dus op zoek naar balans. Ik weet dat die ergens bestaat en dat het een het ander niet hoeft uit te sluiten. Laat ik een voorbeeld geven. Ons CRM-systeem stuurt automatisch facturen omdat we de getallen en gegevens ooit goed hebben ingevoerd. En de herinnering volgt een maand later; ook daar hoeven we niets meer voor te doen. Zo zijn er duizenden werkzaamheden, vooral repeterende, die geautomatiseerd kunnen worden en ons ontlasten. Mooi dat dit kan. En kil tegelijk.
Het kan ook anders. Zo krijg ik elk kwartaal een factuur van Jort Kelder als tegenprestatie voor zijn columns. Het is een vast bedrag, dus nooit een verrassing, maar de persoonlijke noot die hij steevast op zijn factuur zet, verrast wel:
Het kwartaal schemert z’n laatste uren tegemoet. Tijd om de boeken te sluiten. Hoewel je voor mijn zielenroerselen – ik ben goedbeschouwd toch een eenvoudige inktkoelie – een ruimhartig tarief betaalt, gingen mijn gedachten bij het maken van deze factuur uit naar die koortsachtige uren waarin ik mijn stukje voor jouw glansblad mocht maken. Het kostte energie en dat is goed. Ik hoop dat het resultaat daar naar was.
Zo bevat elke factuur van hem weer een andere creatieve inleiding. Het gaat te ver om te stellen dat ik naar zijn facturen uitkijk, maar door die touch weet hij telkens weer een glimlach op mijn gelaat te toveren. Dat zie ik ons CRM-systeem nog niet zo snel doen.
Maar in een reactie laat Jort weten dat dergelijke kantlijnalineaatjes tot het verleden behoren: “Helaas is mijn facturatie inmiddels ook geautomatiseerd en dus heel saai geworden. Ik vind het vreselijk, maar het schijnt niet anders te kunnen, aldus mijn agent en fiscalist. Dus geen persoonlijke boodschap meer, want daar snapt Moneybird helemaal niets van.”
Gemak heeft een prijs
Nogmaals, ik ben geen tegenstander van technologie. Het helpt onze bedrijven om gezond en toekomstproof te zijn. Maar wel op voorwaarde dat we balans aanbrengen. Die er nog niet is. We zijn 24/7 bereikbaar, maar amper aanwezig. Alles draait om zichtbaar zijn, maar ik betwijfel steeds vaker of we elkaar nog echt zien. We laten ons leven managen door algoritmes, SEO en SEA en noemen dat gemak. Maar dit gemak heeft een prijs: het gaat ten koste van de menselijke maat. Want relaties zijn geen funnel-objecten, medewerkers geen human resources en views zijn niet hetzelfde als vertrouwen.
Vertrouwen en oprechte aandacht
Noem mij ouderwets, maar ik durf te beweren dat het juist de ‘ouderwetsen’ zijn die nog doorhebben wat er écht toe doet: relaties, vertrouwen en oprechte aandacht. Dus zorg voor balans en laat niet alles digitaal geperfectioneerd zijn, waardoor er geen ruimte meer is voor nuance, falen, kwetsbaarheid en dat persoonlijke tintje dat alleen mensen kunnen meegeven.